Meest recente artikelen:
Lensli focust op substraat met meer hernieuwbare grondstoffen
Heesterwerker Van den Oever mikt vol vertrouwen op 40 procent veenreductie met Lensli.
In het onlangs verschenen artikel in Boom in Business staat onze samenwerking met heesterkweker van den Oever centraal. Onze accountmanager Martijn den Brok heeft samen met Van den Oever onderzocht wat voor hun het beste veenvrije substraat is. In het artikel wordt beschreven hoe dit traject tot stand is gekomen , hoe deze is verlopen en wat de resultaten zijn.
Kwekerij M. van den Oever in Son en Breugel betrekt al zo’n tien jaar substraat van Lensli. Van den Oever is een boomkwekerij-containerteeltbedrijf van 16 hectare met een breed assortiment van ruim driehonderd soorten heesters, die in de potmaten C4, C12, C20, en C35 worden gekweekt.
De afzet gaat naar cash-and-carry-bedrijven, collega-kwekers, handelaren en tuincentra, waarvan de helft voor de export bestemd is.
Omdat de verwachting was dat de rol van veen als belangrijkste grondstof voor substraten langzamerhand zou worden teruggedrongen, heeft Martijn enige jaren geleden al een aantal kwekers benaderd, waaronder Van den Oever, om samen met Lensli de mogelijkheden van minder veen te onderzoeken.
Den Brok vertelt: ‘Zo is het balletje gaan rollen en zijn we het eerste jaar begonnen met testen. Dat verliep goed; opvallend was dat de resultaten van de testen positiever waren dan bij regulier substraat. Maar we moeten continu zaken blijven optimaliseren om te komen tot een substraat dat past bij de kweker en de manier van telen. Hierbij is de input van de teler essentieel. Daarnaast is natuurlijk ook de samenwerking met derden belangrijk, bijvoorbeeld om de bemesting af te stemmen op het nieuwe substraat.
Zo’n vier jaar geleden gooide Van den Oever naar eigen zeggen de knuppel in het hoenderhok. ‘We hebben destijds een test gedaan met 100 procent veenvrij. Het grappige was dat het niet eens zo slecht was. De fysische wortelontwikkeling was goed, omdat het substraat goed draineert. Je mist echter wel groeikracht doordat de bemesting veel minder is, wat je vervolgens moet aanpassen. Het jaar erop zetten we de proef anders in en gingen we naar 50 procent veenvrij. We ondervonden hierbij eveneens dat je gedurende de teelt goed moet sturen op bemesting en pH, maar natuurlijk veel minder dan bij 100 procent veenvrij.
Den Brok erkent dat we momenteel nog niet zonder veen kunnen. ‘Maar we moeten wel werken aan een toekomst met nieuwe grondstofstromen, waarbij we steeds meer te maken krijgen met een combinatie van grondstoffen.’ Hierbij richten we ons vooral op hernieuwbare grondstoffen, die bij voorkeur lokaal beschikbaar zijn. Een van de speerpunten van Lensli is dan ook om een verduurzamingsslag te maken. We steken veel tijd en onderzoek in de ontwikkeling van nieuwe grondstoffen.
Rens van den Oever, samen met zijn broer eigenaar, vertelt over de ontwikkeling van het door hen gebruikte substraat in de loop der tijd; ‘Er zat altijd al een klein deel veenvrij in, maar je zoekt wel de grenzen op. Door de tendens in de markt en de regelgeving die eraan zit te komen, moeten we zorgen dat we voorop blijven lopen. En op het moment dat het echt verandert, moeten we er klaar voor zijn, want je wilt je klant wel kunnen blijven beleveren.’
Van den Oever benoemt de verwachtingen die hij heeft van veenarm of -vrij telen.
‘Je kunt teelttechnisch drie uitdagingen verwachten. De eerste uitdaging betreft de bemesting, want venige substraten bufferen meststoffen beter. De tweede uitdaging is de watergift, omdat veen water beter vasthoudt. Ten slotte kan de pH problemen opleveren, want veen heeft een stabielere pH dan veenvrije grondstoffen. Op het moment dat je minder veen gaat gebruiken, heeft dat gevolgen voor de bemesting, het water en de pH.’
Lensli houdt samen met Van den Oever het hele jaar door de vinger aan de pols. ‘Wat betreft de samenstelling van het substraat vertrouw ik op de ervaring van Lensli.’
‘In het kader van de verduurzaming streven we ernaar dat veen bij voorkeur wordt vervangen door grondstoffen die lokaal worden gewonnen.’ Van den Oever verwacht dat de veenreductie in zijn teelt binnen vijf jaar naar 50 procent gaat.
‘De toekomst en de techniek moeten uitwijzen hoeveel verder we nog kunnen gaan met de reductie. 100 procent veenvrij? Naar mijn mening is de horizon van volledig veenvrij nog niet in zicht.’
Lees het volledige artikel HIER terug.