Meest recente artikelen:

Deel dit bericht via:

Duurzaam substraat vereist kennis en aanpassingsvermogen van kweker

19 juli 2023

Circulaire grondstoffen beïnvloeden stikstofimmobilisatie, voedingsbalans en pH-management.

Senior Onderzoeker Hans Verhagen van kenniscentrum RHP en Ronald Keijzer, Hoofd Kwaliteit van Lensli Substrates zijn het er over eens dat telen met veenvrij substraat zeker mogelijk is, maar dat de kweker er wel rekening mee dient te houden dat daar een andere manier van telen bij komt kijken. In het onlangs verschenen artikel in Boom in Business delen zij hun ervaringen met nieuwe, circulaire grondstoffen en wat dat voor een kweker betekent.

Geen enkele substraatgrondstof is zo vergevingsgezind als veen. Menig kweker kan er blind op varen en doet dat ook. In de transitie naar duurzaam substraat maakt veen echter plaats voor grotere aandelen hernieuwbare grondstoffen, met andere eigenschappen. Teeltwijzen en routines zullen hierdoor hoe dan ook op de schop moeten, leggen Hans Verhagen en Ronald Keijzer uit.

Weet wat er speelt en breng je kennis op peil

Het ene potgrondmengsel is het andere niet. Desondanks wordt er na kleine (soms grote) aanpassingen dikwijls op de oude voet doorgegaan met bemesten en water geven. Dat leidt soms tot teeltschade, weet senior onderzoeker Hans Verhagen van RHP. Hij stelt dat veel problemen zijn te voorkomen als kwekers zich bijtijds verdiepen in de ‘eigen aardigheden’ van nieuwe grondstoffen en substraten, zodat ze de uitdagingen kennen en daarop kunnen anticiperen.

“We zitten in de beginfase van een ingrijpende transitie naar duurzame teeltsubstraten”, zo steekt Verhagen van wal. ‘Daarin zal beperkte ruimte zijn voor het vertrouwde veen. Daarvoor in de plaats komen andere, duurzame grondstoffen, elk met zijn “eigen aardigheden”.’ Sommige kennen we al wat langer, zoals kokosvezel, compost, bark en houtvezel. Met andere mogelijke substituten is nog weinig ervaring opgedaan, voor zover we ze überhaupt al kennen. Want er wordt nog volop gezocht naar en geëxperimenteerd met nieuwe circulaire producten.

Ronald Keijzer (Hoofd Kwaliteit bij Lensli Substrates) kan dat alleen maar beamen. ‘Het transitieproces is al enkele jaren bezig en er zijn beslist vorderingen gemaakt, kleine en grote’, merkt hij op. ‘Zowel bij ons als bij kwekers. Maar er komt ook nog veel op ons af. Iedere producent wil zich verzekeren van hoogwaardige en betaalbare grondstoffen, die bovendien veilig en van constante kwaliteit moeten zijn.’ Dat is nog een hele opgave. Wij hebben al veel ervaring met schors en zetten daarom vooral in op circulaire houtachtige producten en op bijproducten uit de (procesmatige) voedingsindustrie. Vooral hier lopen we vaak aan tegen inbreng van voeding en wisselvallige stabiliteit. Hergebruik van substraat is ook interessant en zou de cirkel echt rond maken. Kortom, we zijn eigenlijk nog maar net op weg.’

‘Zonder gestandaardiseerde analyse- en werkmethoden zou er geen verantwoorde transitie mogelijk zijn’, zegt Keijzer met nadruk. ‘Het spreekt vanzelf dat de substraten die ons bedrijf verlaten goed zijn afgestemd op de wensen van de gebruiker’, zegt Keijzer ‘Die kan er bij wijze van spreken zo mee aan de slag en zo hoort het ook. Na aflevering neemt de kweker het stuur over. Die gaat oppotten, water geven en bemesten. Op al die vlakken kunnen aanpassingen nodig zijn ten opzichte van de oude situatie. Hoe minder het groeimedium bij de ervaring van de kweker en de setting op de kwekerij past, des te groter de benodigde aanpassingen zullen zijn. Daar wijzen wij onze klanten op, maar ze zullen er zelf naar moeten handelen.’

Verhagen: ‘Meer dan ooit vraagt dat om structureel meten met behulp van potsensoren (vochtgehalte, temperatuur, pH en EC) en om frequente voedingsanalyses, die dan ook echt bestudeerd moeten worden.’

De substraatexperts hopen dat het kwekers inspireert om zich verder te verdiepen in de technische ins en outs van circulaire substraten en de wezenlijk andere eigenschappen daarvan.

Lees hier het volledige artikel.